Het leven in Gambia is niet zoals dat in Nederland. Stofzuigers, wasmachines, een fornuis dat op gas loopt. De dames in het land dromen ervan, maar kunnen het niet betalen. De vloer wordt geveegd met een bundel stokjes, de was wordt volledig met de hand gedaan door de meesten (alleen de rijken kunnen zich een wasmachine veroorloven en veel rijken zijn er echt niet in Gambia. Althans niet onder de mensen die wij kennen).
En het koken, dat toch iedere dag weer moet gaan gebeuren duurt lang. Heel erg lang. Er wordt namelijk gekookt op houtskool. Die wordt aangestoken, er wordt een soort pot bovenop geplaatst en daarin komen dan de ingrediƫnten voor de maaltijd. Rijst wordt bijna altijd gegeten en het koken daarvan duurt lang. Heel erg lang. Voordat het overigens zover is, moeten de dames eerst naar de markt om inkopen te doen. Uien, tomaten of tomatenpuree en maggiblokjes vormen de voornaamste ingrediƫnten voor elke maaltijd. Is er genoeg geld dan wordt er ook vis gekocht. Die vis is heel en moet dus nog ontdaan worden van ingewanden. Allemaal handwerk. Vaak wordt een kruidenmengsel gemaakt dat tot een soort papje wordt gestampt in een grote pot. Wie maar weinig geld heeft doet het zonder vis of gebruikt gedroogde vis. Die ruikt en smaakt vrij penetrant (vinden wij), maar het geeft wel eiwitten.
In de meeste maaltijden wordt ook nog een pepertje meegebakken. Die gaat heel in het vet en wordt dan op de complete rijstschotel gelegd. Die rijstschotel is voor iedereen. De bewoners van een compound zitten allemaal aan een tafel rond de schotel en iedereen pakt met de handen wat rijst en wat er verder te eten valt. Gambianen eten over het algemeen snel. Dat zijn ze gewend, omdat wie het snelste eet ook het meeste krijgt. Voor ons Nederlanders is dat wel eens wat vreemd om te zien, maar vanuit de gedachte dat er altijd te weinig is, wel begrijpelijk. Mannen en vrouwen eten overigens ook vaak apart.
Per dag worden twee warme maaltijden bereid. De dames beginnen al in de ochtend aan de lunch die rond half 3 wordt opgediend. De tijd die daar tussen zit is ook echt wel nodig om het eten te bereiden. De avondmaaltijd wordt daarna alweer gemaakt. De vrouwen van Gambia zijn dus eigenlijk de hele dag aan het koken. Mannen koken eigenlijk niet. En wie een vrouw uitzoekt die niet goed kan koken is een schande voor de hele familie, want die moet er wel van eten, zo werd ons verteld. Marijke heeft een dag meegeholpen in de “keuken”. Ik schrijf keuken tussen haakjes omdat er eigenlijk geen echte keuken is. Er wordt of buiten gekookt of er is een apart optrekje waarin het vuur wordt opgepord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten