Translate

zondag 30 juni 2013

Er heerst hongersnood en daar moeten we wat aan doen

Gambia is een land in het westen van Afrika. De leefomstandigheden zijn beslist niet zoals hier in Nederland, mensen zijn arm en kunnen hun hoofd nauwelijks boven water houden. Veel Nederlanders bieden er dan ook hulp. Over die hulp en waarom die nodig is gaat deze blog. Maar ook over hoe de Gambianen leven, hoe hun dagelijkse leven eruitziet en wat hun dromen zijn.






Deze blog is opgezet door Marijke Holtland en mij (Meintje Haringsma). We zijn al jaren dorpsgenoten, maar kwamen elkaar in 2012 tegen op een strand van Gambia. Vanaf dat moment hielden we contact en ontstond er een mooie band. In 2013 zijn we samen naar Gambia gereisd. Marijke voornamelijk om te werken, ik om te herstellen van ziekte en om een kleine bijdrage te leveren, waar ik dat kon.






Kinderen met bolle buiken die maiswater te eten krijgen


Terwijl wij hier elke avond alles op tafel zetten wat we lekker vinden, is er op 6 uur vliegen van ons soms geen korrel rijst meer te eten. Dat is hongersnood. Als je kinderen met een lege maag naar bed moet sturen, terwijl we hier eten weggooien is dat een onrechtvaardige situatie. Daar moet dus wat aan gedaan worden. Nu kunnen we niet aan elke lege maag wat doen. Helaas, maar de werkelijkheid is nu eenmaal zo. Maar waar we kunnen helpen, zullen we dat niet nalaten. Op dit moment zetten we ons in voor een weeshuis dat gerund wordt door Fatou, een verpleegster/vroedvrouw met een eigen kliniek. Zij vangt 47 meisjes op die of geen ouders meer hebben of één ouder die niet meer voor hen kan zorgen. Ze doet dat omdat ze zelf op 4-jarige leeftijd wees is geworden en ze zich vanaf jonge leeftijd voornam dat anderen niet hetzelfde lot beschoren zou zijn als dat van haar. Fatou runt naast haar kliniek ook een consultatiebureau, een winkeltje, een schooltje en een apotheek. Met het consultatiebureau, het winkeltje en de apotheek probeert Fatou het weeshuis te bedruipen. Maar omdat de armoede in het land zo groot is en ze mensen die in nood zijn niet weg wil sturen, betalen mensen ook vaak niets voor de geboden hulp. Daar komt bij dat de voedselprijzen de laatste tijd heel erg zijn gestegen. Kostte een baal rijst voorheen nog 16 euro, tegenwoordig is dat al snel tussen de 20 en 24 euro. Voor Nederlandse begrippen is dat niet veel geld, maar daar is dat een fortuin.

Marijke is net terug uit Gambia en ondanks haar jarenlange ervaring met het land, had ze nog niet gezien dat mensen echt niets meer te eten hadden. Ze kwam om te schilderen van een kliniek, het op poten zetten van een apotheek en het rondrijden van spullen die vanuit Nederland waren verstuurd. Tevens kwam ze kijken of de werkzaamheden om een dak boven het weeshuis te vernieuwen goed waren uitgevoerd. Dat laatste was allemaal keurig gelukt. Ze zag echter niet anders dat haar niet bepaald gelukkig stemde: kinderen die een soort stijfsel aten, terwijl hun buikjes verdacht opbolden. Toen ze daar met Fatou over sprak, bleek dat er geen rijst en geen geld meer was om rijst van te kopen. De kinderen moesten het dus met dat eenzijdige voedsel van afvalmais gekookt in water doen. Dat geeft ondervoedingsverschijnselen, want in maiswater zitten weinig voedingsmiddelen. Bovendien gaat het om kinderen in de groei die juist veel goede stoffen tot zich zouden moeten nemen.








Fatou had Marijke nooit eerder laten weten dat de voedselzorg voor haar kinderen elke maand opnieuw moeilijk ligt. Het contact tussen de twee vrouwen wordt echter steeds opener, zelfs vriendschappelijk en blijkbaar was de verpleegster nu opeens de schaamte voorbij en gaf ze volledig openheid van zaken. Het feit dat ze haar kinderen niet kon geven wat ze nodig hebben, vond ze verschrikkelijk.


Marijke die al jaren allerlei acties op poten zet om geld te genereren voor het land, had sponsorgeld meegenomen voor het geval dat de nood ergens hoog was. En dat was dit dus echt. Ze ging naar een lokale winkel die beslist niet op een supermarkt van hier lijkt en sloeg flink wat eten in. Op een auto werden 10 balen rijst, 4 zakken aardappelen, 2 zakken uien, olie om in te bakken, blikken tomatenpuree, gedroogde uien en zeep om de kleren van de kinderen in te wassen geladen. Daarnaast werd nog wat contact geld gegeven zodat daarvan op de markt vis van kon worden gekocht voor de nodige proteinen. Fatou was helemaal in tranen door dat gebaar en wist niet hoe ze het had.

Inmiddels is de voorraad al weer behoorlijk geslonken en is de nood alweer hoog. Komt er geen oplossing voor dit probleem, dan moeten de kinderen opnieuw aan het maiswater. Dat willen we voorkomen. Daarom vragen we iedereen die iets kan missen om een bijdrage te doen voor deze kinderen.




Help deze kinderen!


Helpen kan door een donatie te storten op Rabobankrekening 1791.42.291, ten name van Marijke helpt de Gambia. Marijke houdt ook presentaties over het land en de mensen om op die manier geld in te zamelen. Ze zou het ook fijn vinden als scholen zich zouden willen inzetten voor de kinderen daar. Zo is er al contact tussen een school in Blokzijl en eentje in Gambia. Kinderen leggen op die manier contact met elkaar en jongeren hier houden acties om de jeugd daar van zaken te voorzien.